Tekst |
Op heden den vijf en twintigsten september achttien honderd negen en dertig,
zijn voor ons ondergeteekende Wethouder Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Stad Utrecht, aan het huis
der Gemeente verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan Dirk Bon flankeur
bij de negende afdeeling infanterie in
garnizoen alhier geboren te Abcoude
oud vier en twintig jaren meerderjarige
zoon van Arie Bon en van Maria van
Kallis beide overleden ter eenre
En Jacoba Johanna Schouten
buiten beroep geboren en wonende
alhier oud vier en twintig jaren meerder-
jarige dochter van Hermanus Schouten
overleden en van Maria de Bruijn
buiten beroep wonende alhier ter andere
zijde. En verklaarde ons de moeder der
bruid alhier tegenwoordig hare toe-
stemming te geven tot dit huwelijk
En hebben zij tot dat einde aan ons overgelegd, vooreerst de akte waaruit blijkt dat de beide afkondigingen alhier hebben
plaats gehad den vijftienden en twee en twintigsten
dezer maand waartegen geene oppositie
is ingekomen ten tweede geboorte extracten
der verloofden ten derde doodextracten
van de ouders des bruidegoms ten vierde
doodextract van den vader der bruid ten
vijfde schriftelijke permissie van den
Heer Kolonel Kommanderende de
negende afdeeling infanterie ten zesde
Certificaat van voldaan te hebben aan
de loting voor de Nationale Militie
Waarna wij hun bij name en afzonderlijk hebben afgevraagd, of zij elkanderen aannamen als man en vrouw, en getrouwelijk al
de pligten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn, hetwelk door hen, ieder in het bijzonder
met ja beantwoord zijnde, hebben wij in naam der Wet uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk zijn vereenigd - Alles
ingevolge de vierde afdeeling van de derde titel van het burgerlijk wetboek, en in tegenwoordigheid van Gerrit van
Maanen concierge oud zeven en vijftig jaren
Willem Martinus van Monsjou stadsbode
oud twee en vijftig jaren Cornelis Martinus
van Giessen stadsbode oud zeven en veertig
jaren en Johannes van Embden bediende
oud vijf en vijftig jaren allen alhier woon-
achtig zijnde deze acte door ons vervaar-
digd en voor gelezen aan de comparanten
welke met ons hebben geteekend |