Den tweeden augustus
achttien honderd negen en negentig zijn voor ondergeteekende Ambtenaar
van den Burgerlijken Stand der Gemeente Gouda in het huis der
Gemeente verschenen ten einde een huwelijk aan te gaan
Frans Snaterse oud vijf en twintig jaren
huisschilder geboren te Krimpen aan den IJssel wo-
nende alhier meerderjarige zoon van Johannes
Snaterse overleden en Aaltje van der Vlist zonder
beroep wonende alhier - - - - - - - - - - - - - - en
Geertrui den Haag oud vijf en twintig ja-
ren dienstbode geboren en wonende alhier meerderja-
rige dochter van Dirk den Haag koopman en johan-
na van Omme zonder beroep echtelieden wonende
alhier
waarvan de afkondigingen voor de deur van het huis der Gemeente den drie en
twintigsten en den dertigsten juli jongstleden
zonder eenige stuiting hebben plaats gehad en tot dat einde aan ons ter hand stellende
hunne geboorte akten en de dood akte van den
vader des bruidegoms terwijl de moeder des brui-
degoms en de ouders der bruid hierbij tegenwoor-
dig verklaarden hunne toestemming te geven
tot dit huwelijk
Nadat de bruidegom en de bruid elk afzonderlijk aan ons Ambtenaar voornoemd in
tegenwoordigheid der natemelden getuigen hadden verklaard dat zij elkander aannemen
tot echtgenooten en dat zij getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen welke door
de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn hebben wij in naam der wet uitspraak
gedaan dat zij door den echt aan elkander verbonden zijn.
Waarvan deze akte is opgemaakt integenwoordigheid van Cornelis Slobbe
oud vier en twintig jaren fabriekswerker Dirk den Haag
oud drie en twintig jaren touwslager broeder der contrac-
tante Willem Hoogendoorn oud vier en zestig jaren
koopman aanbehuwd oom der contractante allen wo-
nende alhier en Cornelis van Willigen oud zestig ja-
ren tuinman wonende te Waddinxveen
Na voorlezing hebben de contractanten de va-
der der contractante en de twee eerstgenoemde getuigen
deze met ons onderteekend verklarende de moeder des con-
tractant die der contractante en de twee laatstgenoemde getiugen
hunne namen niet te kunnen teekenen als hebbende zulks niet geleerd
