Heden een november
negentienhonderd negen en dertig zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand der gemeente
Hilversum in het huis der gemeente verschenen ten einde een huwelijk aan te gaan:
van den Brakel, Albertus
oud dertig jaren metaalbewerker
geboren en wonende te Hilversum
meerderjarige zoon van, van den
Brakel, Jacob wever en van, van
Velzen, Gijsje zonder beroep bei-
den wonende te Hilversum
en Splint, Wilhelmina Alida
oud vijf en twintig jaren zonder beroep
geboren en wonende te Hilversum
meerderjarige dochter van Splint,
Cornelis Johannes oud vier en
vijftig jaren veehouder en van,
van Klooster, Dina oud vier
en vijftig jaren zonder beroep
beiden wonende te Hilversum
De ouders van de bruid hierbij
tegenwoordig hebben mij verklaard
hun toestemming tot dit huwelijk
te geven
Daar geene beletselen tegen de voltrekking van dit huwelijk ter mijner kennis zijn gebracht
en de afkondiging in deze gemeente
op zaterdag een en twintig october dezes jaars
zonder stuiting is afgeloopen heb ik de comparanten in het openbaar afgevraagd of zij elkander
aannemen tot echtgenooten en getrouw de plichten zullen vervullen die door de wet aan den
huwelijken staat zijn verbonden. Nadat deze vragen door beiden toestemmend beantwoord zijn
is door mij in naam der wet vereklaard dat zij door den echt aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig:
van den Brakel, Jacob oud vier en zestig
jaren wever vader van den bruide-
gom en Splint, Cornelis Johannes
oud negen en twintig jaren land-
bouwer broeder van den bruid
beiden wonende te Hilversum
Waarvan akte welke is voorgelezen